Overige reactie: meest passende diagnose?

Casus 1
Een 62-jarige hematologie patiënt krijgt aan het begin van de middag een erytrocytentransfusie (EC). Volgens protocol wordt gedurende de eerste 10 minuten langzaam getransfundeerd, daarna wordt de voorgeschreven inloopsnelheid ingesteld (250 ml à 1 uur). Ongeveer 1 uur na aanvang krijgt patiënt klachten van pijn op de borst. De toediening wordt stopgezet. De gegevens van het bloedproduct en de identiteit van de ontvanger worden gecheckt en goed bevonden. Pols, tensie en temperatuur worden gemeten en er wordt onderzoek naar de reactie ingezet (bloedgroepserologie, hemolyseparameters). De klachten van patiënt verdwijnen snel na onderbreken van de transfusie. Het onderzoek levert geen bijzonderheden op en in overleg met de arts wordt de transfusie langzaam hervat (150 ml/uur) en de rest van het EC loopt zonder problemen in.

Bij start transfusie

Bij reactie
13:25

Bij afsluiten
16:20

Temperatuur

37,7

37,5

37,9

Tensie

129/87

132/81

136/77

Zuurstofsaturatie

96

97

TRIP melding: Overige reactie, ernst 1, waarschijnlijk

Casus 2
Een 70-jarige urologie patiënt (niertumor) heeft een partiële nefrectomie ondergaan. Wegens een nabloeding krijgt patiënt 2 EC’s voorgeschreven. Het 1e EC is in de ochtend zonder problemen toegediend, ongeveer 40 minuten na start van het 2e EC wordt patiënt kortademig en er is een saturatiedaling waarvoor gestart wordt met 02-toediening. Daarnaast blijkt er een flinke tensiestijging en tachycardie te zijn. Vervolgens krijgt patiënt een koude rilling en zijn temperatuur loopt op. Onderzoek naar de transfusiereactie wordt ingezet (bloedgroepserologie, hemolyseparameters, bloedkweken). Bij auscultatie van de longen zijn er geen bijzonderheden, er wordt geen X-thorax gemaakt. Patiënt krijgt 2x verneveling toegediend en de dyspnoe neemt af. De bloedgroepserologie levert geen bijzonderheden op, er zijn geen aanwijzingen voor hemolyse (Hb 6,8), er is een CRP van 202 en leuco’s 12,5. De bloedkweken van patiënt blijven negatief. Ook de kweek van het bloedproduct laat geen groei zien. Patiënt herstelt volledig van de reactie.

Start transfusie 15:00

Bij reactie
(ongeveer 70 ml toegediend)
Staken transfusie
16:00
Onderzoek arts
17:00

Na reactie

Temperatuur

38,0

37,6 40,1

38,5

Tensie

125/74

191/89

116/70

Zuurstofsaturatie

96

90 zonder O2 92 met O2 99

96

 TRIP melding: Overige reactie, ernst 1, waarschijnlijk

Casus 3
Een tiener krijgt erytrocytenconcentraat toegediend. Na ruim een uur wordt opgemerkt dat de transfusie subcutaan inloopt, er wordt een nieuw infuus aangelegd en de transfusie wordt voortgezet. Ruim een uur later krijgt patiënt een koude rilling en temperatuurstijging. Bij de controles wordt gedurende ongeveer 10 minuten een lage tensie en tachycardie gemeten. De transfusie wordt definitief gestaakt en onderzoek naar de reactie wordt ingezet (bloedgroepserologie, hemolyseparameters, kweken). Patiënt krijgt extra vulling met NaCl 0,9% en herstelt van de reactie. De ingezette onderzoeken leveren geen bijzonderheden op.

Start transfusie 16:00

Tijdelijke onderbreking 17:25-18:10

Staken transfusie 19:20

Temperatuur

38,2

39,7

Tensie

106/68

85/55

TRIP melding: Overige reactie, ernst 1, mogelijk

Casus 4
Een 80-jarige hematologie patiënt (MDS) krijgt bij trombo’s 2 en Hb 5,1 transfusie. Eerst is zonder bijzonderheden een trombocytenconcentraat (TC) gegeven, direct daarna gevolgd door 1 EC. Na ongeveer 20 minuten voelt patiënt zich minder goed, koud gevoel. De transfusie wordt nog even langzaam voortgezet maar de klachten nemen toe. Patiënt krijgt een koude rilling, klaagt over pijn in de heupen, moet braken en wordt kortademig. De transfusie wordt definitief gestaakt (ongeveer 60 ml toegediend). Er wordt gestart met 1L O2 en patiënt krijgt paracetamol. Onderzoek naar de reactie wordt ingezet:

  • urineonderzoek voor transfusie geen bijzonderheden; na reactie ery’s/Hb 1+
  • bloedgroepserologie geen bijzonderheden
  • Hb voor 5,1 na 5,2; LDH voor 245 na 292; bili voor en na 22; hapto voor 0,16 na 0,17
  • opbrengst trombo’s 22
  • bloedkweken patiënt en kweek EC vertonen geen groei, van het TC was onvoldoende materiaal voor kweek over

Enkele uren later zijn de klachten weer verdwenen zonder verdere maatregelen.

Voor transfusie

Staken transfusie
17:30
18:48

Na reactie
20:05

Temperatuur

36,1

39,5

36,6

Tensie

105/55

Pols

67

71

69

Zuurstofsaturatie

97

92

96

TRIP melding: Overige reactie, ernst 1, waarschijnlijk

Bespreking
In deze voorbeelden is er soms sprake van afwezigheid van symptomen zodat het beeld niet past binnen een specifieke meldcategorie (casus 1: geen NHR want geen temperatuurstijging of koude rilling en geen TACO want geen respiratoire symptomen; casus 3: geen anafylactische reactie want naast tensiedaling geen symptomen van allergie) en soms ontbreken van uitslagen van aanvullend onderzoek waardoor er geen onderbouwing is voor een specifieke diagnose.

In casus 1 is er toename van de polsdruk van 32 naar 59, dat zou kunnen wijzen op geringe volume overbelasting, ook pijn op de borst zou daar een uiting van kunnen zijn. Helaas is er geen O2-saturatie van bij de reactie vermeld, wel is aangegeven dat er geen X-thorax is gemaakt naar aanleiding van de reactie. Met de beschikbare gegevens kan geen meer specifieke meldcategorie dan Overige reactie gekozen worden.

In casus 2 krijgt de patiënt respiratoire problemen en er is flinke tensie- en polsdrukstijging (51 naar 102), dat zou kunnen passen bij volume overbelasting, er is echter onvoldoende onderbouwing voor de diagnose TACO. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor (verergering van) een infectieus beeld, in de ochtend voor transfusie had patiënt ook al koorts, maar er zijn geen positieve kweekuitslagen. Met de beschikbare gegevens kan niet gekozen worden voor een meer specifieke meldcategorie dan Overige reactie.

In casus 3 is jammer genoeg niet vermeld wat het basislijden van patiënt is, evenmin als de indicatie voor transfusie. Wel is vermeld dat patiënt ook al voorafgaand aan transfusie koude rillingen had. De arts oordeelde dat er geen sprake was van een allergisch/anafylactisch beeld en er is geen andere oorzaak voor de reactie aangetoond zodat als meldcategorie niets anders rest dan Overige reactie.

In casus 4 blijkt het tensieverloop niet te achterhalen en er zijn geen bevindingen van lichamelijk onderzoek, een X-thorax is niet verricht en van het TC kon geen kweek worden gemaakt. Bevindingen van deze onderzoeken zouden wellicht aanwijzingen voor een bepaald type transfusiereactie hebben opgeleverd, nu is er geen onderbouwing voor een meer specifieke meldcategorie dan Overige reactie.