september 2010

Voor een 28 jarige vrouw met recidief acute myeloïde leucemie wordt in verband met een trombocytopenie een ABO identieke (A neg) eenheid trombocyten in plasma besteld. Tijdens toediening krijgt patiënte een koude rilling, een temperatuurstijging van 2 graden en tensiedaling van 125/70 naar 66/42.

Er worden kweken ingezet. De kweek uit het bloedproduct is negatief, bij de patiënte wordt een E. coli gekweekt. Er wordt een melding gedaan aan TRIP in de categorie ‘overige reactie’, ernstgraad 1 en imputabiliteit ‘mogelijk’. Twee maanden eerder is patiënte behandeld met antibiotica in verband met een E. coli infectie.

In 2008 zijn de categorieën post-transfusie bacteriëmie/sepsis en bacteriële contaminatie bloedproduct in gebruik genomen. Het doel hierbij is om zo systematisch mogelijk te registreren in hoeverre bacteriële problemen een rol kunnen spelen bij bloedtransfusie. Als eerste is er de mogelijkheid dat een bloedproduct bacterieel gecontamineerd is ten tijde van toediening en dat bij de ontvanger van dit product hierdoor een bacteriëmie/sepsis ontstaat. Ten tweede is een intravasale handeling, zoals infusie en transfusie, een risico voor het optreden van tromboflebitis en/of bacteriëmie/sepsis. Op de derde plaats kan men zich afvragen of het toedienen van, met name een ijzerhoudend bloedproduct zoals erytrocytenconcentraat een reeds bestaande bacteriële infectie kan activeren.

Gezien de positieve bloedkweek bij deze patiënte na transfusie wordt deze reactie in overleg met de melder ingedeeld in de categorie ‘post-transfusie bacteriëmie/sepsis’. Patiënte was uitbehandeld in verband met een AML-recidief en is 4 weken na de transfusiereactie thuis overleden.

Sommige melders zijn terughoudend om een dergelijke reactie te melden in de categorie post-transfusie bacteriëmie/sepsis, omdat de relatie met de transfusie niet duidelijk is. Juist daarom is het belangrijk dat er onderzoek wordt ingezet na een transfusiereactie en dat de resultaten aan TRIP gemeld worden, zodat de reactie in de goede categorie ingedeeld kan worden. TRIP beveelt aan om bij dergelijke reacties altijd bloedkweken van de patiënt en van het bloedproduct in te zetten. Klinische informatie over het beloop van de reactie bij de patiënt, het onderliggend lijden en een eventueel ander focus voor een bacteriëmie kunnen een bijdrage leveren aan beter begrip van deze transfusiereacties.

Het is interessant om te weten dat tijdens het Congres van de International Society of Blood Transfusion door Erica Wood van de Australian Red Cross Blood Service een presentatie ‘bacterial screening of blood products’ gehouden is, waarbij zij de TRIP definities betreffende bacteriële problemen aangehaald heeft. Er werd gesteld dat de bacteriëmie enerzijds en de bacteriële contaminatie van de eenheid anderzijds, ieder kritisch beoordeeld moeten worden. Jo Wiersum heeft voor de ISBT Working Party on Transfusion Transmissible Infections (subgroup bacteria) een korte presentatie gehouden over de oude en nieuwe TRIP definities. Hierop werd erg positief gereageerd. De mogelijkheid van bacteriëmie vanuit de patiënt maar getriggerd door de transfusie of (zeldzaam) van reflux van bacteriën naar de eenheid, zijn aspecten die serieus genomen worden.