juli 2009

Een jonge patiënt ondergaat regelmatig therapeutische plasmaferese. In de voorgeschiedenis wordt o.a. drie maal niertransplantatie wegens nierinsufficiëntie op basis van HUS vermeld. In een periode van enkele maanden worden de volgende reacties gemeld:

reactie 1 kortademigheid die verdwijnt na Tavegil anafylactische reactie, graad 1, waarschijnlijk
enkele dagen later gegeneraliseerde jeuk andere allergische reactie, graad 1, waarschijnlijk
2 maanden later dyspnoe, verbetering na Tavegil anafylactische reactie, graad 1, waarschijnlijk
na ruim 1 maand gegeneraliseerde urticaria en jeuk andere allergische reactie, graad 1, waarschijnlijk
2 weken later plaatselijk jeuk en gezwollen ogen andere allergische reactie, graad 1, waarschijnlijk
na ongeveer 6 weken tensiedaling, kortademigheid, gegeneraliseerde jeuk en roodheid anafylactische reactie, graad 2, waarschijnlijk
weer 6 weken later kortademigheid anafylactische reactie, graad 1, waarschijnlijk
na 2 weken gegeneraliseerde jeuk andere allergische reactie, graad 1, waarschijnlijk

Alle reacties traden op tijdens plasmaferese waarbij donorplasma werd toegediend. Titerbepaling van IgA en anti-IgA leverde geen bijzonderheden op. Als standaardpremedicatie wordt DAF en Tavegil gegeven. Er is ook diverse malen plasmaferese uitgevoerd zonder dat er een reactie optrad. Na de anafylactische reactie graad 2 werden de donoren die hierbij betrokken waren uitgesloten voor deze patiënt. Het is bij TRIP niet bekend of de overige omstandigheden (zoals gebruikte set, andere medicatie e.d.) iedere keer hetzelfde waren.

Deze opsomming van reacties laat goed zien dat een allergische reactie zich bij een en dezelfde patiënt toch heel verschillend kan uiten. In de database van TRIP (2002 – 2009) zijn nog enkele andere gevallen van zeer veel meldingen over één patiënt gevonden, ook hierbij betrof het meestal een reeks van allergische reacties.