januari 2017
Deze keer aandacht voor 3 meldingen van een reactie waarbij de patiënt klachten kreeg van misselijkheid en braken. Bij diverse soorten transfusiereacties worden maag/darmklachten zoals braken als verschijnsel beschreven, maar in de TRIP meldingen worden dit soort klachten slechts een enkele keer genoemd bij de waargenomen symptomen.
Casus 1
Een 65-jarige oncologie patiënt (longcarcinoom) krijgt een erytrocytenconcentraat (EC) toegediend. Ongeveer 2 uur na start transfusie krijgt patiënt een koude rilling, wordt kortademig met een piepende ademhaling, is misselijk en moet braken. In de controles vallen temperatuurstijging en tachycardie op.
Controle vitale functies |
Bij start transfusie |
Bij reactie |
Ongeveer 5 uur later |
Temperatuur |
36,9 |
40,0 |
36,5 |
Pols |
niet vermeld |
niet vermeld |
niet vermeld |
Tensie |
115/67 |
187/76 |
117/63 |
O2-saturatie |
niet vermeld |
95 |
96 |
De transfusie wordt definitief gestaakt. Patiënt krijgt Tavegil, dexamethason en paracetamol en er wordt een X-thorax gemaakt. Patiënt hersteld binnen enkele uren van de reactie.
X-thorax: Geen aanwijzingen voor overvulling.
Het overige onderzoek na de transfusiereactie (bloedgroepserologie, hemolyseparameters, bloedkweek patiënt en kweek bloedproduct) levert eveneens geen bijzonderheden op. Patiënt is bekend met allergie voor o.a. penicilline, ACE-remmers en angiotensine-2-antagonisten.
Casus 2
Een 80-jarige patiënt (verdenking lymfoom) die nog nooit eerder transfusie heeft gehad krijgt wegens een geplande biopsie bij Ascal gebruik een trombocytenconcentraat (TC in PAS) toegediend. Patiënt is gespannen over de ingreep en de transfusie. Tijdens inlopen van het TC voelt patiënt zich niet lekker en krijgt een warm, rood gelaat. Even later, het TC is dan volledig toegediend, trekt patiënt wit weg, transpireert, krijgt buikkrampen en misselijkheid waarbij patiënt moet braken en last heeft van acute diarree. Patiënt reageert niet op aanspreken. In de controles vallen tensiedaling, lichte saturatiedaling en polsvertraging op.
Controle vitale functies |
Bij start transfusie |
Bij reactie |
Na reactie |
Bij ECG |
Temperatuur |
36,3 |
36,9 |
niet vermeld |
|
Pols |
97 |
50-55 |
70 |
90 |
Tensie |
203/91 |
80/40 |
160/60 |
170/70 |
O2-saturatie |
98 |
96 |
niet vermeld |
Het TC wordt afgekoppeld en er wordt NaCl 0,9% per infuus toegediend waarna patiënt vlot bijkomt.
Het onderzoek na de transfusiereactie (L.O. hart/longen, bloedgroepserologie, hemolyseparameters, ECG, bloedkweek patiënt, kweek bloedproduct en bepaling Ig A-gehalte) levert als enige bijzonderheden op:
IgA totaal: <0,26 en IgA antistoffen 22 E/ml.
Casus 3
Een 40-jarige oncologie patiënt (rectumcarcinoom) krijgt bij een Hb 4,4 mmol/L erytrocytenconcentraat (EC) toegediend. Ongeveer 30 minuten na start transfusie krijgt patiënt een koude rilling, wordt misselijk en moet braken. In de controles vallen temperatuurstijging en tachycardie op.
Controle vitale functies |
Bij start transfusie |
Bij koude rilling |
Na koude rilling |
Temperatuur |
36,9 |
38,4 |
39,1 |
Pols |
89 |
155 |
119 |
Tensie |
114/73 |
122/74 |
91/50 |