januari 2010

Een 37-jarige vrouw is transfusiebehoeftig in verband met een fluxus postpartum. Op de OK krijgt zij snel achter elkaar 4 eenheden plasma en 6 erytrocytenconcentraten toegediend. Ongeveer 3 uur na de start van de transfusies krijgt zij massaal longoedeem. Zij wordt niet (meer) beademd, maar krijgt extra zuurstof toegediend. Tevens krijgt zij lasix, waarop zij 3 liter plast en snel opknapt. Zij blijft wel nog enkele dagen zuurstofbehoeftig.

De X-thorax toont het volgende beeld: bilateraal pleuravocht, versterkte interstitiële tekening en Kerley-B lijnen. Verder normale  hartschaduw en normaal mediastinum. Conclusie: overvullingskenmerken, tevens enkele consolidaties verdacht voor longoedeem.

Er wordt in verband met verdenking op een TRALI serologisch onderzoek ingezet bij de betrokken donoren: vier mannelijke plasmadonoren en een mannelijke en vijf vrouwelijk erytrocytendonoren. Bij twee vrouwelijke erytrocytendonoren worden antistoffen gericht tegen HLA klasse I aangetoond, die deels overeenkwamen met de HLA klasse I antigenen bij de patiënt en tevens positieve kruisproeven opleverden met leukocyten van de patiënt. Bij 1 van deze vrouwelijke donoren werden granulocytspecifieke antistoffen aangetroffen, waarmee positieve reacties werden verkregen in de granulocytenkruisproef (met granulocyten van de patiënt en serum van de donor). Bij de patiënte zelf werden antistoffen gericht tegen HLA klasse I en II aangetroffen.

De melding is ingediend als een TRALI met ernstgraad 2 met imputabiliteit zeker. Opvallend bij deze melding zijn de uitslag van de X-thorax, die overvullingskenmerken laat zien en de reactie van de patiënte die op lasix 3 liter plast en goed opknapt. Deze gegevens doen eerder denken aan een volume overbelasting. Lasix is bij een TRALI niet geïndiceerd. De serologische bevindingen zouden dan als een toevalsbevinding aangemerkt moeten worden. Positieve serologische bevindingen worden niet als bewijzend voor een TRALI gezien. Zoals ook opgemerkt tijdens de TRALI sessie op het TRIP symposium staat het allo-immmuun mechanisme bij een TRALI niet altijd op de voorgrond.

Bij overleg met de melder gaf deze aan dat een volume overbelasting, gezien de X-thorax en reactie op lasix meer waarschijnlijk was dan een TRALI. De melding is daarom ondergebracht in de categorie volume overbelasting.

Deze melding laat zien dat klinische gegevens bij een melding zeer belangrijk zijn voor een goede indeling van de transfusiereactie. Ook laat deze melding zien dat er bij een jongere patiënt wel degelijk sprake kan zijn van een volume overbelasting, ondanks het feit dat er bij deze leeftijdscategorie bij massaal longoedeem eerder aan een TRALI gedacht wordt. In de literatuur is volume overbelasting bij jonge gynaecologische patiënten beschreven.