maart 2009
Een patiënt van middelbare leeftijd met diagnose acute myeloïde leukemie krijgt een trombocytenconcentraat toegediend. Patiënt is bekend met allergie voor penicilline.
Een half uur na de starttijd van de transfusie krijgt patiënt jeuk, wordt kortademig en er is tachycardie. De tensie daalt van 120/80 naar 60/30. Er is een zuurstofsaturatie van 91% bij 1,5 l O2. Op het ECG zijn geen afwijkingen zichtbaar.
De zuurstoftoediening wordt verhoogd naar 5 l/min. Patiënt krijgt Tavegil i.v. en een plasma vervangend middel (500 ml i.v.).
Hierop volgt een snel en volledig herstel van de reactie.
Er wordt een IgA gehalte van 1,9 g/l bepaald, anti-IgA wordt niet aangetoond. De opbrengst van de trombocyten transfusie is goed.
De reactie wordt gemeld als anafylactische reactie, graad 2 en imputabiliteit zeker.
Dit is een goed voorbeeld van een anafylactische reactie die optreedt nadat het bloedproduct al volledig is toegediend en waarbij vermoedelijk de laatste controles na transfusie al zijn verricht. Ook blijkt uit deze melding dat een anafylactische reactie bij afwezigheid van anti-IgA en bij een normaal IgA gehalte kan optreden. Dat laatste blijkt niet altijd duidelijk te zijn bij melders. TRIP ontvangt soms meldingen waarbij het aantonen van IgA en de afwezigheid van anti-IgA worden aangehaald om te onderbouwen dat een waargenomen reactie geen anafylactische reactie zou kunnen zijn geweest.