Juni 2010

Patiënt X, een 69-jarige man, is opgenomen op de afdeling interne geneeskunde wegens vermoeden van myelofibrose. In verband met anemie bij deze cardiaal belaste patiënt wordt een EC toegediend.

Na ongeveer 3,5 uur klaagt patiënt X over kortademigheid, er is dan ongeveer 250 ml bloed ingelopen. Tevens wordt een temperatuursstijging van 1 ºC geconstateerd. Bij lichamelijk onderzoek worden crepitaties over de longen gehoord. Hierop wordt de diagnose volume overbelasting gesteld.

Helaas is niet vermeld of er diuretica zijn gegeven en hoe het effect hiervan was. Wel wordt aangegeven dat patiënt X volledig herstelde van de reactie.

De reactie is geregistreerd als volume overbelasting, graad 1 met imputabiliteit mogelijk.

Patiënt Y, een vrouw van 66 jaar, bekend met chronische nierinsufficiëntie, krijgt op een afdeling voor dagbehandeling 3 EC’s in verband met chronisch symptomatische anemie. Tijdens toediening van de 3e zak, ongeveer 4 uur na start van de transfusie, wordt patiënt Y kortademig. Er wordt tensiestijging en tachycardie gemeten. Er ontstaat respiratoire insufficiëntie waarvoor opname op de intensive care en beademing noodzakelijk wordt.

De X-thorax na opname op de IC toont een overvullingsbeeld. Patiënt Y krijgt Lasix en hierop verbetert de ademhaling. Helaas is het effect op de diurese niet vermeld. Ongeveer 12 uur later kan de beademing gestaakt worden en diezelfde dag is er op de X-thorax afname van de vlekkerige consolidaties te zien. Uiteindelijk treedt er volledig herstel van de reactie op.

De reactie is geregistreerd als volume overbelasting, graad 3 met imputabiliteit waarschijnlijk.

Twee voorbeelden van reacties die zijn beoordeeld als volume overbelasting. Klinische verschijnselen zijn voor het stellen van de diagnose belangrijk maar, zoals deze gevallen laten zien, er zijn naast dyspnoe veel variaties in overige waargenomen symptomen. Klassieke verschijnselen passend bij overvulling zijn naast dyspnoe: verhoogde CVD, cyanose, daling van de O2 saturatie, tachycardie, orthopnoe, tachypnoe, hoest en crepitaties. Ook enkeloedeem, hypertensie, hoofdpijn en/of beklemd gevoel op de borst kunnen aanwezig zijn. Een X-thorax kan de diagnose onderbouwen. De ingestelde behandeling en de reactie hierop is eveneens een hulpmiddel om tot een keuze voor de meldcategorie te komen. Als aanvullende informatie is het nuttig om te weten of de patiënt tot een risicogroep voor volume overbelasting behoort, zoals patiënten met congestive cardiale problemen, nierfunctiestoornissen of chronische anemie (Popovsky).