juli 2017
Voor patiënt Z worden door de afdeling intensive care met spoed 2 Oneg ongekruiste erytrocytenconcentraten (EC’s) aangevraagd bij het lab. Tijdens het verwerken van de aanvraag loopt het laboratorium informatie systeem vast. Hierdoor moet selectie en uitgifte van de bloedproducten plaatsvinden via een “stand-alone” computer en kan TRIX niet worden geraadpleegd om na te gaan of patiënt Z wellicht elders bekend is met irregulaire antistoffen.
Op een later moment blijkt dat er door een ander ziekenhuis een irregulaire antistof bij patiënt Z is aangetoond: anti-Jka. Deze informatie is recentelijk in TRIX ingevoerd. De beide toegediende Oneg EC’s blijken positief voor antigeen Jka.
Patiënt Z is extra gemonitord om eventuele hemolyse te kunnen constateren. Er zijn geen klinische verschijnselen van hemolyse waargenomen. De DAT voor transfusie is negatief, na transfusie: IgG en C3d positief. Uitsluitend in de lab.waarden (het verloop van de hemolyse parameters) zijn er aanwijzingen voor hemolyse van de donorerytrocyten. Patiënt Z heeft in deze periode geen transfusie meer ontvangen.
-
Hb voor transfusie(Tf): 4,4 – na Tf: 6,8 – na 24 uur: 6,1 – na 48 uur: 5,3 – na 72 uur: 5,9 mmol/L
-
LDH voor Tf: 229 – na Tf: 287 – na 36 uur: 355 – na 72 uur 281 – na 1 week 226 U/L
-
Bilirubine voor Tf: 13 – na Tf: 38 – na 24 uur: 15 – na 72 uur: 8 mmol/L
-
Haptoglobine voor Tf: 1.01 – na Tf: 0.50 – na 24 uur: 0.64 – na 72 uur: 1.69 g/L
Melding aan TRIP: Calculated risk situatie met nevencategorie AHTR, ernst 0, imputabiliteit zeker
Bespreking: Antistoffen tegen antigenen van het Kidd-systeem kunnen ernstige zowel intra- als extravasale hemolyse veroorzaken. Wanneer deze TRIX informatie bij de aanvraag bekend is dan zal er bij selectie van de bloedproducten rekening worden gehouden met anti-Jka. Door een technisch probleem (uitval van het LIS) in combinatie met het spoedeisende karakter van de aanvraag is het onvermijdelijk geacht om het risico op aanwezigheid van irregulaire antistoffen te accepteren. In deze casus zijn er slechts lichte stijging van LDH en bilirubine en enige daling van haptoglobine en Hb vastgesteld. Het voorval heeft geen nadelige gevolgen voor patiënt Z gehad.